Modernisering van bestaande liften:

Modernisatie
 

Reglementering:

Om veiligheid te garanderen aan de gebruikers, alsook aan derden (monteurs, onderhouds- en moderniseringsagenten, inspecteurs of controleurs), moeten liften aan een aantal technische eisen voldoen.

Het koninklijk besluit van 10 december 2012 bevat een aantal kleine aanpassingen ter verduidelijking en een fundamentele wijziging, namelijk de gespreide invoering van de moderniseringen in de tijd, afhankelijk van de leeftijd van de betrokken lift.

Tabel van de termijnen voor de modernisatie van de liften.

DATUM VAN INBEDRIJFSTELLING

TERMIJN VAN DE (1STE) MODERNISATIE

vanaf 1 april 1984

ten laatste 31 december 2014

van 1 januari 1958 tot 31 maart 1984

ten laatste 31 december 2016

voor 1 januari 1958

ten laatste 31 december 2022 *

 

Opmerking: Deze tabel geeft aan wanneer de niet-dringende moderniseringswerken moeten voltooid zijn.

* Deze reglementering wordt momenteel op politiek niveau besproken.


De maximumtermijnen voor liften in dienst gesteld voor 1 januari 1958 zou met een jaar worden verlengd tot 31 december 2023.
Voor liften met erfgoedwaarde zou de maximumtermijn verplaatst worden naar 31 december 2027.

Belangrijkste wijzigingen door het koninklijk besluit van 10 december 2012 (PDF, 29.47 KB).

Het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften legt eisen op inzake het gebruik van liften. Het besluit geeft voorschriften voor onderhoud en inspectie enerzijds en de risicoanalyse en modernisatie van liften anderzijds. Dit koninklijk besluit reikt de eigenaars en beheerders een aantal concrete procedures en tijdschema’s aan waardoor ze in staat moeten zijn om de lift veilig te gebruiken, te onderhouden en te inspecteren gedurende gans zijn levensduur.

Gids voor de toepassing van het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende de beveiliging van liften

Dit besluit is van kracht voor alle liften, zowel voor liften voor professioneel gebruik als voor liften voor privégebruik.

Verplichtingen voor de eigenaar of beheerder

Volgende acties moeten uitgevoerd worden om de veiligheid van bestaande liften aan te tonen:

  • regelmatig preventief onderhoud laten uitvoeren door een onderhoudsbedrijf;
  • regelmatige preventieve inspecties laten uitvoeren door een EDTC (Externe Dienst voor Technische Controles);
  • een vijftienjaarlijkse risicoanalyse laten uitvoeren door een EDTC;
  • moderniseringswerken laten uitvoeren door een gespecialiseerde firma, indien nodig;
  • een dossier samenstellen en bijhouden dat toegankelijk moet zijn voor alle belanghebbenden en onder meer alle documenten over onderhoud, inspecties en modernisatie bevat.

 

In geval van ernstige risico’s moet de lift onmiddellijk stopgezet worden voor een onderhoud of herstelling. Het gebruik van de lift is verboden tot op het moment dat de nodige werkzaamheden uitgevoerd zijn.

De beheerder licht het Centraal Meldpunt voor Producten onmiddellijk in over elk ernstig incident of ongeval dat een gebruiker overkomt tijdens het gebruik van een lift, met het notificatieformulier (DOC, 39.5 KB).

 

Elke lift moet, op een goed zichtbare plaats in de kooi, volgende aanduidingen hebben:

  • het identificatienummer en het bouwjaar, indien gekend;
  • de nominale last;
  • het maximale aantal personen dat vervoerd mag worden;
  • de adresgegevens van de beheerder of de te contacteren verantwoordelijke in geval van problemen;
  • de naam van de dienst van de EDTC;
  • de naam van het onderhoudsbedrijf.